Noun | Related Translations | Other Translations |
aid
|
assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; ondersteuning; steun
|
dienstbetoon; hulpbetoon; hulpje; hulpverlenen; knecht; ondersteuning; steun; support
|
assistance
|
assistentie; bijstand; bijstandsuitkering; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; ondersteuning; steun
|
assistentie; dienstbetoon; hulpbetoon; hulpverlenen; medewerking; ondersteuning; steun; support
|
help
|
assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; ondersteuning; steun
|
aanmoediging; aansporen; aansporing; assistentie; boerenknecht; dienstbetoon; help; hulpbetoon; hulpje; hulpmiddel; knecht; medewerking; ondersteuning; online-Help; opwekking; redmiddel; ressource; steun; stimulans; support
|
helpfulness
|
assistentie; bijstand; bijstandsuitkering; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening
|
behulpzaamheid; bereidheid; bereidwilligheid; dienstwilligheid; hulpvaardigheid
|
relief
|
assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; ondersteuning
|
aftrek; aftrekking; bemoediging; bevrijding; deductie; geruststelling; herademing; hulpverlenen; kalmering; ontzet; ontzetting; opluchting; opmontering; redding; reliëf; sociale bijstand; uitkering; verlichting; verlossing; vermindering; vertroosting; verzachting; vrijmaking
|
social assistance
|
bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun
|
geruststelling; opluchting; sociale begeleiding; sociale bijstand; verademing
|
social security
|
bijstand; bijstandsregeling; ondersteuning
|
bestaanszekerheid; geruststelling; opluchting; sociale bijstand; sociale zekerheid; steunuitkering; uitkering; verademing
|
supplementary benefit
|
bijstand; bijstandsregeling
|
|
support
|
bijstand; ondersteuning
|
aanhangen; aanmoedigen; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanvuren; assistentie; dienst; dienstbetoon; driepoot; gunst; houvast; hulpbetoon; kost; medewerking; onderbouwing; onderhoud; onderhoudsgeld; onderstel; ondersteuning; opwekking; poot; rugsteun; schoorbalk; schraagpijler; schuinse steunbalk; sokkel; staander; steun; steunbalk; stimulans; stimuleren; stut; stutbalk; support; toejuichen; voedsel; voet; voetstuk; zuilvoet
|
welfare
|
bijstand; bijstandsuitkering; ondersteuning
|
abw; bz; geruststelling; heil; opluchting; rww; sociale bijstand; uitkering; verademing; voorspoed; welzijn; werkloosheidsuitkering; werklozensteun; ww
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
aid
|
|
assisteren; bijspringen; bijstaan; handreiken; helpen; ondersteunen; seconderen; weldoen
|
help
|
|
assisteren; avanceren; bijdragen; bijspringen; bijstaan; gerieven; handreiken; helpen; meehelpen; ondersteunen; promoten; seconderen; weldoen
|
support
|
|
aanmoedigen; activeren; behouden; bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; bezielen; bijspringen; bijvallen; dragen; financieel steunen; financieren; goedkeuren; homologeren; in stand houden; instemmen; meehelpen; met palen stutten; onderhouden; ondersteunen; oppeppen; opwekken; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; stimuleren; stutten; van mening zijn; voorstaan
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
help
|
|
help
|