Summary
Dutch
Detailed Translations for vrijwaren from Dutch to English
vrijwaren:
-
vrijwaren
Conjugations for vrijwaren:
o.t.t.
- vrijwaar
- vrijwaart
- vrijwaart
- vrijwaren
- vrijwaren
- vrijwaren
o.v.t.
- vrijwaarde
- vrijwaarde
- vrijwaarde
- vrijwaarden
- vrijwaarden
- vrijwaarden
v.t.t.
- heb gevrijwaard
- hebt gevrijwaard
- heeft gevrijwaard
- hebben gevrijwaard
- hebben gevrijwaard
- hebben gevrijwaard
v.v.t.
- had gevrijwaard
- had gevrijwaard
- had gevrijwaard
- hadden gevrijwaard
- hadden gevrijwaard
- hadden gevrijwaard
o.t.t.t.
- zal vrijwaren
- zult vrijwaren
- zal vrijwaren
- zullen vrijwaren
- zullen vrijwaren
- zullen vrijwaren
o.v.t.t.
- zou vrijwaren
- zou vrijwaren
- zou vrijwaren
- zouden vrijwaren
- zouden vrijwaren
- zouden vrijwaren
diversen
- vrijwaar!
- vrijwaart!
- gevrijwaard
- vrijwarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vrijwaren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
guard | baanschuiver; begeleiding; beveiliging; bewaker; cipier; deurwachter; die wakker is; escorte; garde; gevangenbewaarder; op wacht staan; persoon die op wacht staat; portier; schildwacht; suppoost; vergezellen; wacht; wachter; waker; wakker; wakker persoon | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
guard | vrijwaren | behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; bewaken; hoeden; hoeden voor; in bescherming nemen; opletten; toezien op; van alarm voorzien; verdedigen; waken; waken over |
protect | vrijwaren | afdekken; afschermen; afschutten; behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; conserveren; hoeden; in bescherming nemen; instandhouden; opkomen voor; van alarm voorzien; verdedigen |