Dutch
Detailed Translations for verschalken from Dutch to English
verschalken:
-
verschalken (nuttigen)
Conjugations for verschalken:
o.t.t.
- verschalk
- verschalkt
- verschalkt
- verschalken
- verschalken
- verschalken
o.v.t.
- verschalkte
- verschalkte
- verschalkte
- verschalkten
- verschalkten
- verschalkten
v.t.t.
- heb verschalkt
- hebt verschalkt
- heeft verschalkt
- hebben verschalkt
- hebben verschalkt
- hebben verschalkt
v.v.t.
- had verschalkt
- had verschalkt
- had verschalkt
- hadden verschalkt
- hadden verschalkt
- hadden verschalkt
o.t.t.t.
- zal verschalken
- zult verschalken
- zal verschalken
- zullen verschalken
- zullen verschalken
- zullen verschalken
o.v.t.t.
- zou verschalken
- zou verschalken
- zou verschalken
- zouden verschalken
- zouden verschalken
- zouden verschalken
diversen
- verschalk!
- verschalkt!
- verschalkt
- verschalkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verschalken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
polish off | nuttigen; verschalken | uitslijpen; wegslijpen |
put away | nuttigen; verschalken | achterhouden; behouden; bergen; bespreken; bewaren; opbergen; opruimen; opzij leggen; opzijleggen; reis boeken; reserveren; stallen; terughouden; van zich afzetten; vastleggen; voorbehouden; wegbergen; wegsluiten; wegsteken; wegstoppen; wegzetten |
Wiktionary Translations for verschalken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verschalken | → fool; trick | ↔ verarschen — (transitiv); salopp: jemandem zu seinem eigenen Vorteil beziehungsweise zur allgemeinen Belustigung eine Unwahrheit erzählen, sich über jemanden lustig machen |
• verschalken | → dupe | ↔ duper — Prendre pour dupe, tromper. |
External Machine Translations: