Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. veroorloofd:
  2. veroorloven:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for veroorloofd from Dutch to English

veroorloofd:


veroorloven:

veroorloven verb (veroorloof, veroorlooft, veroorloofde, veroorloofden, veroorloofd)

  1. veroorloven (permitteren)
    to permit; to allow
    • permit verb (permits, permitted, permitting)
    • allow verb (allows, allowed, allowing)

Conjugations for veroorloven:

o.t.t.
  1. veroorloof
  2. veroorlooft
  3. veroorlooft
  4. veroorloven
  5. veroorloven
  6. veroorloven
o.v.t.
  1. veroorloofde
  2. veroorloofde
  3. veroorloofde
  4. veroorloofden
  5. veroorloofden
  6. veroorloofden
v.t.t.
  1. heb veroorloofd
  2. hebt veroorloofd
  3. heeft veroorloofd
  4. hebben veroorloofd
  5. hebben veroorloofd
  6. hebben veroorloofd
v.v.t.
  1. had veroorloofd
  2. had veroorloofd
  3. had veroorloofd
  4. hadden veroorloofd
  5. hadden veroorloofd
  6. hadden veroorloofd
o.t.t.t.
  1. zal veroorloven
  2. zult veroorloven
  3. zal veroorloven
  4. zullen veroorloven
  5. zullen veroorloven
  6. zullen veroorloven
o.v.t.t.
  1. zou veroorloven
  2. zou veroorloven
  3. zou veroorloven
  4. zouden veroorloven
  5. zouden veroorloven
  6. zouden veroorloven
diversen
  1. veroorloof!
  2. veroorlooft!
  3. veroorloofd
  4. veroorlovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for veroorloven:

NounRelated TranslationsOther Translations
permit entreebiljet; geleidebiljet; geleidebrief; kaart; kaartje; licentie; pas; pasje; paspoort; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs; vergunning; vrijbrief; vrijgeleide
VerbRelated TranslationsOther Translations
allow permitteren; veroorloven akkoord gaan; autoriseren; dulden; duren; fiatteren; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; gunst verlenen; instemmen; inwilligen; laten; permitteren; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemming verlenen; vergunnen
permit permitteren; veroorloven akkoord gaan; autoriseren; dulden; duren; fiatteren; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; in staat stellen; instemmen; inwilligen; laten; mogelijk maken; permitteren; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemming verlenen; vergunnen; verlenen

Wiktionary Translations for veroorloven:

veroorloven
verb
  1. in staat zijn een bepaalde luxe te genieten

Cross Translation:
FromToVia
veroorloven allow; permit; accord; admit; let permettre — Donner liberté, pouvoir de faire, de dire. (Sens général).