Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. terugkoop:
  2. terugkopen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for terugkoop from Dutch to English

terugkoop:

terugkoop [znw.] noun

  1. terugkoop
    the repurchase

Translation Matrix for terugkoop:

NounRelated TranslationsOther Translations
repurchase terugkoop
VerbRelated TranslationsOther Translations
repurchase terugkopen

Related Words for "terugkoop":


terugkopen:

terugkopen verb (koop terug, koopt terug, kocht terug, kochten terug, terugekocht)

  1. terugkopen
    to repurchase; to buy back
    • repurchase verb (repurchases, repurchased, repurchasing)
    • buy back verb (buys back, bought back, buying back)

Conjugations for terugkopen:

o.t.t.
  1. koop terug
  2. koopt terug
  3. koopt terug
  4. kopen terug
  5. kopen terug
  6. kopen terug
o.v.t.
  1. kocht terug
  2. kocht terug
  3. kocht terug
  4. kochten terug
  5. kochten terug
  6. kochten terug
v.t.t.
  1. heb terugekocht
  2. hebt terugekocht
  3. heeft terugekocht
  4. hebben terugekocht
  5. hebben terugekocht
  6. hebben terugekocht
v.v.t.
  1. had terugekocht
  2. had terugekocht
  3. had terugekocht
  4. hadden terugekocht
  5. hadden terugekocht
  6. hadden terugekocht
o.t.t.t.
  1. zal terugkopen
  2. zult terugkopen
  3. zal terugkopen
  4. zullen terugkopen
  5. zullen terugkopen
  6. zullen terugkopen
o.v.t.t.
  1. zou terugkopen
  2. zou terugkopen
  3. zou terugkopen
  4. zouden terugkopen
  5. zouden terugkopen
  6. zouden terugkopen
en verder
  1. ben terugekocht
  2. bent terugekocht
  3. is terugekocht
  4. zijn terugekocht
  5. zijn terugekocht
  6. zijn terugekocht
diversen
  1. koop terug!
  2. koopt terug!
  3. terugekocht
  4. terugkopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for terugkopen:

NounRelated TranslationsOther Translations
repurchase terugkoop
VerbRelated TranslationsOther Translations
buy back terugkopen
repurchase terugkopen

Related Words for "terugkopen":


Wiktionary Translations for terugkopen:

terugkopen
verb
  1. to recover ownership of something by paying a sum