Dutch
Detailed Translations for shape from Dutch to English
shape:
Translation Matrix for shape:
Noun | Related Translations | Other Translations |
shape | shape | conditie; figuur; gedaante; gestalte; gietvorm; in vorm zijn; lichaamslijn; lichaamspostuur; mal; matrijs; modelvorm; postuur; silhouet; verschijning; vorm |
Verb | Related Translations | Other Translations |
shape | boetseren; fatsoeneren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen; vormgeven |