Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schuifladen:
  2. schuiflade:


Dutch

Detailed Translations for schuifladen from Dutch to English

schuifladen:

schuifladen [de ~] noun, plural

  1. de schuifladen
    the drawers

Translation Matrix for schuifladen:

NounRelated TranslationsOther Translations
drawers schuifladen

Related Words for "schuifladen":


schuifladen form of schuiflade:

schuiflade [de ~] noun

  1. de schuiflade (lade; la; schuifla)
    the drawer; the la; the case; the till

Translation Matrix for schuiflade:

NounRelated TranslationsOther Translations
case la; lade; schuifla; schuiflade aangelegenheid; aanvraag; affaire; behuizing; casus; contract; doos; etui; foedraal; geding; geval; issue; kist; kistje; koker; kokervormig doosje; krat; kratje; kwestie; naamval; pennendoosje; pennenkoker; probleem; procedure; proces; proefpersoon; punt; rechtsgeding; rechtszaak; taak; vraagstuk; zaak
drawer la; lade; schuifla; schuiflade laatje; tekenaar
la la; lade; schuifla; schuiflade
till la; lade; schuifla; schuiflade geldlade; laatje
OtherRelated TranslationsOther Translations
till t/m; tot; tot bij; tot en met; totdat
ModifierRelated TranslationsOther Translations
till tot aan

Related Words for "schuiflade":


External Machine Translations: