Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schimpscheuten:
  2. schimpscheut:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schimpscheuten from Dutch to English

schimpscheuten:

schimpscheuten [de ~] noun, plural

  1. de schimpscheuten
    the sneers; the taunts; the gibes

Translation Matrix for schimpscheuten:

NounRelated TranslationsOther Translations
gibes schimpscheuten honende woorden; schimp; smaad; spot
sneers schimpscheuten aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij
taunts schimpscheuten bespotting; gespot; honende woorden; hoon; ironie; sarcasme; schimp; smaad; spot; spotternij

Related Words for "schimpscheuten":


schimpscheut:

schimpscheut [de ~ (m)] noun

  1. de schimpscheut
    the gibe; the jeer; the taunt

Translation Matrix for schimpscheut:

NounRelated TranslationsOther Translations
gibe schimpscheut
jeer schimpscheut
taunt schimpscheut spotternij
VerbRelated TranslationsOther Translations
jeer beschimpen; bespotten; uitsliepen
taunt afgeven op; belachelijk maken; beschimpen; bespotten; de spot drijven; ironiseren; uitschelden

Related Words for "schimpscheut":


Wiktionary Translations for schimpscheut:

schimpscheut
noun
  1. a scornful or mocking remark