Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. sarcastisch:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for sarcastisch from Dutch to English

sarcastisch:

sarcastisch adj

  1. sarcastisch (met sarcasme)

Translation Matrix for sarcastisch:

NounRelated TranslationsOther Translations
stinging geprik; gesteek
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
prickly met sarcasme; sarcastisch met stekels; stekelig
sarcastic met sarcasme; sarcastisch
stinging met sarcasme; sarcastisch op afgebeten toon; schril; snijdend; stekend
thorny met sarcasme; sarcastisch doornachtig; doornachtige; doornen; doornig; met stekels; stekelig; van doornstruiken; van een doorngewas; vol doornen

Related Words for "sarcastisch":

  • sarcastische

Wiktionary Translations for sarcastisch:

sarcastisch
adjective
  1. sharp in intent, sarcastic
  2. Containing sarcasm
  3. Having the personality trait of expressing sarcasm
  4. nasty, sarcastic

Cross Translation:
FromToVia
sarcastisch sarcastic sarkastisch — beißend, beziehungsweise verbittert höhnisch (auch: stärkere Form von ironisch)