Dutch

Detailed Translations for opslag from Dutch to English

opslag:

opslag [de ~ (m)] noun

  1. de opslag (opslagplaats)
    the depository; the store; the warehouse
    the depot
    – a depository for goods 1
  2. de opslag (salarisverhoging; loonsverhoging; loonsverbetering)
    the salary increase
  3. de opslag
    the markup
    – An amount added to the current or standard cost that is used to determine the sale price of various items. 2

Translation Matrix for opslag:

NounRelated TranslationsOther Translations
depository opslag; opslagplaats berghok; berging; bergruimte; bewaarplaats
depot opslag; opslagplaats bergplaats; depot; geweermagazijn; magazijn; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekast; station; voorraadschuur; warenhuis
markup opslag markeringen
salary increase loonsverbetering; loonsverhoging; opslag; salarisverhoging
store opslag; opslagplaats archief; bergplaats; depot; geweermagazijn; ligopslagplaats; magazijn; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekast; voorraadschuur; warenhuis
warehouse opslag; opslagplaats bergplaats; depot; geweermagazijn; goederenloods; goederenopslagruimte; magazijn; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekast; voorraadmagazijn; voorraadschuur; warenhuis
VerbRelated TranslationsOther Translations
store archiveren; bewaren; deponeren; hamsteren; opbergen; oppotten; opslaan; opzij leggen; potten; stallen; wegbergen; wegsluiten; wegzetten

Wiktionary Translations for opslag:

opslag
noun
  1. increase in wages
  2. the act or the state

Cross Translation:
FromToVia
opslag removal; disposal; elimination Entsorgung — Beseitigung unerwünschter Dinge
opslag reservation; reserve; reserves; supply; resource; stock; store; administration; pantry; storehouse; storeroom; victuals; box-room; storage room; cache; without reserve réserveaction de réserver.

Related Translations for opslag