Dutch
Detailed Translations for onbesproken from Dutch to English
onbesproken:
-
onbesproken (integer; onkreukbaar; rechtschapen)
-
onbesproken (onberispelijk; keurig; correct)
impeccable; correct; faultless; perfect; blameless-
impeccable adj
-
correct adj
-
faultless adj
-
perfect adj
-
blameless adj
-
Translation Matrix for onbesproken:
Related Words for "onbesproken":
External Machine Translations: