Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. handelbaarheid:
  2. handelbaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for handelbaarheid from Dutch to English

handelbaarheid:

handelbaarheid [znw.] noun

  1. handelbaarheid (hanteerbaarheid)
    the manageability

Translation Matrix for handelbaarheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
manageability handelbaarheid; hanteerbaarheid

Related Words for "handelbaarheid":


handelbaar:


Translation Matrix for handelbaar:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
manageable gemakkelijk te hanteren; handelbaar; hanteerbaar beheersbaar; bestuurbaar; eenvoudig te bedienen; handzaam; makkelijk in het gebruik
ModifierRelated TranslationsOther Translations
simple to operate gemakkelijk te hanteren; handelbaar; hanteerbaar gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend

Related Words for "handelbaar":


Wiktionary Translations for handelbaar:

handelbaar
adjective
  1. capable of being handled

Cross Translation:
FromToVia
handelbaar accommodating; good-hearted; agreeable; amenable; compliant; conciliatory; yielding accommodant — Qui s’accommoder à tous et à tout.
handelbaar conciliatory conciliant — Qui est porté à concilier les gens d’intérêts opposés