Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. beeldschermen:
  2. beeldscherm:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beeldschermen from Dutch to English

beeldschermen:

beeldschermen [de ~] noun, plural

  1. de beeldschermen
    the video-screens

Translation Matrix for beeldschermen:

NounRelated TranslationsOther Translations
video-screens beeldschermen

Related Words for "beeldschermen":


beeldscherm:

beeldscherm [het ~] noun

  1. het beeldscherm (monitor)
    the screen; the display; the television screen
  2. het beeldscherm
    the screen
  3. het beeldscherm
    the display; the display device
    – A visual output device aimed at displaying various type of information. 1

Translation Matrix for beeldscherm:

NounRelated TranslationsOther Translations
display beeldscherm; monitor bekendmaking; etalering; uitstalling
display device beeldscherm
screen beeldscherm; monitor kamerscherm; projectiescherm; raster; rastering; rasterwerk; rooster; scherm
television screen beeldscherm; monitor beeldbuis; buis
VerbRelated TranslationsOther Translations
display aanbieden; etaleren; exposeren; laten zien; offreren; openbaren; presenteren; tentoonspreiden; tentoonstellen; tonen; uitstallen; vertonen; voor ogen brengen; voorleggen; zich uiten
screen afschotten; afschutten

Related Words for "beeldscherm":


Wiktionary Translations for beeldscherm:

beeldscherm
noun
  1. computer display
  2. the informational viewing area

Cross Translation:
FromToVia
beeldscherm monitor écran — Périphérique permettant de visualiser les informations d’un ordinateur