Verb | Related Translations | Other Translations |
bewirken
|
bedingen; bewerkstelligen; fixen; klaarspelen; lappen; voor elkaar krijgen
|
aandoen; berokkenen; veroorzaken; zorg dragen; zorgen
|
durchsetzen
|
bedingen; bewerkstelligen; fixen; klaarspelen; lappen; voor elkaar krijgen
|
aandringen; aanhouden; doordouwen; doordrijven; doorduwen; doorzetten; op iets aandringen; opdringen; slagen voor
|
fertigbringen
|
bedingen; bewerkstelligen; fixen; klaarspelen; lappen; voor elkaar krijgen
|
afmaken; afsluiten; beëindigen; completeren; een einde maken aan; eindigen; fabriceren; fiksen; flikken; iemand iets flikken; klaarspelen; lappen; leveren; maken; ophouden; perfectioneren; produceren; rooien; slagen voor; stoppen; vervaardigen; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien; voor elkaar krijgen; voortbrengen
|
hinkriegen
|
bedingen; bewerkstelligen; fixen; klaarspelen; lappen; voor elkaar krijgen
|
fiksen; flikken; goedmaken; herstellen; iemand iets flikken; klaarspelen; lappen; leveren; maken; rechtzetten; repareren; tot stand brengen; voor elkaar krijgen
|
schaffen
|
bedingen; bewerkstelligen; fixen; klaarspelen; lappen; voor elkaar krijgen
|
aan verwachtingen beantwoorden; aan verwachtingen voldoen; bewerkstelligen; bolwerken; distribueren; doen; exploiteren; fiksen; flikken; functioneren; handelen; in het leven roepen; klaarspelen; lenen; maken; ontlenen; realiseren; ronddelen; rooien; scheppen; tot stand brengen; uitbuiten; uitreiken; uitrichten; uitvoeren; verdelen; verrichten; verschaffen; verstrekken; verwerkelijken; verwezenlijken; voor elkaar krijgen
|
vollbringen
|
bedingen; bewerkstelligen; fixen; klaarspelen; lappen; voor elkaar krijgen
|
aan verwachtingen beantwoorden; aan verwachtingen voldoen; fiksen; klaarspelen; volvoeren; voor elkaar krijgen
|
vollführen
|
bedingen; bewerkstelligen; fixen; klaarspelen; lappen; voor elkaar krijgen
|
aan verwachtingen beantwoorden; aan verwachtingen voldoen; bewerkstelligen; realiseren; verwerkelijken; verwezenlijken; volvoeren
|