Dutch
Detailed Translations for vroeg from Dutch to Swedish
vroeg:
-
vroeg (vroegtijdig)
-
vroeg (pril)
Translation Matrix for vroeg:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
i sin tidiga ungdom | pril; vroeg | |
tidig | vroeg; vroegtijdig | |
tidigt | vroeg; vroegtijdig |
Related Words for "vroeg":
Antonyms for "vroeg":
Related Definitions for "vroeg":
Wiktionary Translations for vroeg:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vroeg | → tidig | ↔ early — at a time in advance of the usual |
• vroeg | → tidig | ↔ early — arriving at a time before expected |
• vroeg | → tidig | ↔ früh — zeitlich am Anfang liegend, zum Beginn |
• vroeg | → tidigare | ↔ zeitig — zu einem relativ frühen Zeitpunkt, verhältnismäßig früh |
• vroeg | → bittida; tidig | ↔ précoce — Qui est mûr avant la saison, en parlant de certains fruits, de certains légumes qui viennent avant les autres de la même espèce. |
vroeg form of vragen:
-
vragen (aanzoeken; verzoeken; aanvragen; uitnodigen)
-
vragen (vraag stellen)
-
vragen (rekwestreren; aanvragen; verzoeken)
-
vragen (smeken; verzoeken; bidden)
-
vragen (opvragen; aanvragen; verzoeken)
Conjugations for vragen:
o.t.t.
- vraag
- vraagt
- vraagt
- vragen
- vragen
- vragen
o.v.t.
- vroeg
- vroeg
- vroeg
- vroegen
- vroegen
- vroegen
v.t.t.
- heb gevraagd
- hebt gevraagd
- heeft gevraagd
- hebben gevraagd
- hebben gevraagd
- hebben gevraagd
v.v.t.
- had gevraagd
- had gevraagd
- had gevraagd
- hadden gevraagd
- hadden gevraagd
- hadden gevraagd
o.t.t.t.
- zal vragen
- zult vragen
- zal vragen
- zullen vragen
- zullen vragen
- zullen vragen
o.v.t.t.
- zou vragen
- zou vragen
- zou vragen
- zouden vragen
- zouden vragen
- zouden vragen
diversen
- vraag!
- vraagt!
- gevraagd
- vragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vragen:
Related Words for "vragen":
Synonyms for "vragen":
Antonyms for "vragen":
Related Definitions for "vragen":
Wiktionary Translations for vragen:
vragen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vragen | → fråga; ställa; spörja | ↔ ask — request an answer |
• vragen | → be; om | ↔ ask — make a request |
• vragen | → fråga | ↔ fragen — (transitiv) eine Auskunft erbitten, um eine Auskunft bitten, eine Frage stellen |
• vragen | → ansöka; bedja; fråga; spörja; anmoda | ↔ demander — Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui. |
• vragen | → bjuda; inbjuda; invitera; uppbjuda | ↔ inviter — convier, prier de se trouver, de se rendre quelque part, d’assister à quelque cérémonie, etc. |
• vragen | → bedja; anmoda; ansöka | ↔ prier — adorer la divinité en lui demander une grâce, en la remercier d’une grâce. |