Dutch

Detailed Translations for pienterheid from Dutch to Swedish

pienterheid:

pienterheid [de ~ (v)] noun

  1. de pienterheid (schranderheid; slimheid; intelligentie)
    smarthet

Translation Matrix for pienterheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
smarthet intelligentie; pienterheid; schranderheid; slimheid bij de pinken zijn; geslepenheid; gewiekstheid

Related Words for "pienterheid":


pienter:


Translation Matrix for pienter:

NounRelated TranslationsOther Translations
klipsk doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid
kvickt stroomversnelling
listig doortraptheid; geraffineerdheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; listigheid; raffinement; sluwheid; snoodheid
slug geraffineerdheid; leepheid; raffinement
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- bijdehand; intelligent; knap; slim
ModifierRelated TranslationsOther Translations
begåvad bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig bij de pinken; clever; goochem; kien; schrander; slim; uitgeslapen
begåvat bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig snugger
fyndigt bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
förståndig bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
intelligent intelligent; pienter; schrander scherpzinnig; spitsvondig; uitgekiend
intensivt bijdehand; kien; pienter; slim; spits; uitgekookt acuut; fervent; verlekkerd; vurig
klipsk intelligent; pienter; schrander
klokt bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig aan te prijzen; aanbevelenswaardig; bevattelijk; geniaal; gis; goedleers; preuts; raadzaam; rationeel; redelijk; schrander; slim; snugger; vernuftig; verstandelijk; vlug van begrip
knipslug clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
knipslugt clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
kvick bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig dra; eerstdaags; gauw; gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; spoedig; uitgeslapen; weldra
kvickt bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig alert; gevat; oplettend; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen; wakker
listig clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen arglistig; berekenend; bezwaarlijk; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; lastig; leep; link; listig; met bezwaren; slangachtig; slinks; sluw
listigt clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen arglistig; berekenend; bezwaarlijk; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; lastig; leep; link; listig; met bezwaren; obsceen; schuin; slangachtig; slinks; sluw; vies; vunzig; zedeloos
skarp bijdehand; kien; pienter; slim; spits; uitgekookt fel; hanig; heet; messcherp; met een scherp oog; nauwlettend; pikant; pinnig; pittig; puntig; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; scherpklinkend; smaak prikkelend; snibbig; vinnig; vlijmend
skarpsinnigt clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen
skarpt bijdehand; kien; pienter; slim; spits; uitgekookt fel; gehaaid; gescherpt; gevat; gewiekst; hanig; hard; hoog; messcherp; met een scherp oog; nauwlettend; pikant; pinnig; puntig; schel; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; scherpklinkend; schril; snedig; snerpend; snibbig; uitgeslapen; verlekkerd; vinnig; vlijmend
slug intelligent; pienter; schrander achterbaks; arglistig; behorende tot de harde kern; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; van de harde kern
talangfull bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig snugger
talangfullt bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig snugger
vass bijdehand; kien; pienter; slim; spits; uitgekookt gehaaid; gevat; gewiekst; puntig; snedig; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst; uitgeslapen
vasst bijdehand; kien; pienter; slim; spits; uitgekookt gehaaid; gevat; gewiekst; messcherp; puntig; scherp; snedig; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst; uitgeslapen

Related Words for "pienter":


Synonyms for "pienter":


Antonyms for "pienter":


Related Definitions for "pienter":

  1. hij snapt het vlug, reageert snel1
    • dat is een pientere jongen1