Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ineengrijpen:


Dutch

Detailed Translations for ineengrijpen from Dutch to Swedish

ineengrijpen:

ineengrijpen verb (grijp ineen, grijpt ineen, greep ineen, grepen ineen, ineengegrepen)

  1. ineengrijpen (in elkaar grijpen)
    hänga ihop; flätas samman; vara sammankopplade
    • hänga ihop verb (hänger ihop, hängde ihop, hängt ihop)
    • flätas samman verb (flätas samman, flätades samman, flätats samman)
    • vara sammankopplade verb (är sammankopplade, var sammankopplade, varit sammankopplade)

Conjugations for ineengrijpen:

o.t.t.
  1. grijp ineen
  2. grijpt ineen
  3. grijpt ineen
  4. grijpen ineen
  5. grijpen ineen
  6. grijpen ineen
o.v.t.
  1. greep ineen
  2. greep ineen
  3. greep ineen
  4. grepen ineen
  5. grepen ineen
  6. grepen ineen
v.t.t.
  1. heb ineengegrepen
  2. hebt ineengegrepen
  3. heeft ineengegrepen
  4. hebben ineengegrepen
  5. hebben ineengegrepen
  6. hebben ineengegrepen
v.v.t.
  1. had ineengegrepen
  2. had ineengegrepen
  3. had ineengegrepen
  4. hadden ineengegrepen
  5. hadden ineengegrepen
  6. hadden ineengegrepen
o.t.t.t.
  1. zal ineengrijpen
  2. zult ineengrijpen
  3. zal ineengrijpen
  4. zullen ineengrijpen
  5. zullen ineengrijpen
  6. zullen ineengrijpen
o.v.t.t.
  1. zou ineengrijpen
  2. zou ineengrijpen
  3. zou ineengrijpen
  4. zouden ineengrijpen
  5. zouden ineengrijpen
  6. zouden ineengrijpen
diversen
  1. grijp ineen!
  2. grijpt ineen!
  3. ineengegrepen
  4. ineengrijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ineengrijpen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
flätas samman in elkaar grijpen; ineengrijpen
hänga ihop in elkaar grijpen; ineengrijpen
vara sammankopplade in elkaar grijpen; ineengrijpen