Dutch
Detailed Translations for bevoorraden from Dutch to Swedish
bevoorraden:
-
bevoorraden
Conjugations for bevoorraden:
o.t.t.
- bevoorraad
- bevoorraadt
- bevoorraadt
- bevoorraad
- bevoorraad
- bevoorraad
o.v.t.
- bevoorraadde
- bevoorraadde
- bevoorraadde
- bevoorraadden
- bevoorraadden
- bevoorraadden
v.t.t.
- heb bevoorraad
- hebt bevoorraad
- heeft bevoorraad
- hebben bevoorraad
- hebben bevoorraad
- hebben bevoorraad
v.v.t.
- had bevoorraad
- had bevoorraad
- had bevoorraad
- hadden bevoorraad
- hadden bevoorraad
- hadden bevoorraad
o.t.t.t.
- zal bevoorraden
- zult bevoorraden
- zal bevoorraden
- zullen bevoorraden
- zullen bevoorraden
- zullen bevoorraden
o.v.t.t.
- zou bevoorraden
- zou bevoorraden
- zou bevoorraden
- zouden bevoorraden
- zouden bevoorraden
- zouden bevoorraden
diversen
- bevoorraad!
- bevoorraadt!
- bevoorraad
- bevoorradend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bevoorraden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
anskaffa | bevoorraden | |
förse med | bevoorraden | uitrusten met; voorzien van |
tillföra | bevoorraden | geven; schenken; verlenen; verstrekken |
tillhandahålla | bevoorraden | inrichten; verschaffen; verstrekken |
Wiktionary Translations for bevoorraden:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bevoorraden | → ombesörja | ↔ pourvoir — Aviser à quelque chose, y donner ordre, suppléer à ce qui manque. (Sens général) |