Dutch
Detailed Synonyms for vervormen in Dutch
vervormen:
-
vervormen
-
vervormen
-
vervormen
Conjugations for vervormen:
o.t.t.
- vervorm
- vervormt
- vervormt
- vervormen
- vervormen
- vervormen
o.v.t.
- vervormde
- vervormde
- vervormde
- vervormden
- vervormden
- vervormden
v.t.t.
- heb vervormd
- hebt vervormd
- heeft vervormd
- hebben vervormd
- hebben vervormd
- hebben vervormd
v.v.t.
- had vervormd
- had vervormd
- had vervormd
- hadden vervormd
- hadden vervormd
- hadden vervormd
o.t.t.t.
- zal vervormen
- zult vervormen
- zal vervormen
- zullen vervormen
- zullen vervormen
- zullen vervormen
o.v.t.t.
- zou vervormen
- zou vervormen
- zou vervormen
- zouden vervormen
- zouden vervormen
- zouden vervormen
diversen
- vervorm!
- vervormt!
- vervormd
- vervormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze