Dutch
Detailed Synonyms for vermengen in Dutch
vermengen:
-
vermengen
Conjugations for vermengen:
o.t.t.
- vermeng
- vermengt
- vermengt
- vermengen
- vermengen
- vermengen
o.v.t.
- vermengde
- vermengde
- vermengde
- vermengden
- vermengden
- vermengden
v.t.t.
- heb vermengd
- hebt vermengd
- heeft vermengd
- hebben vermengd
- hebben vermengd
- hebben vermengd
v.v.t.
- had vermengd
- had vermengd
- had vermengd
- hadden vermengd
- hadden vermengd
- hadden vermengd
o.t.t.t.
- zal vermengen
- zult vermengen
- zal vermengen
- zullen vermengen
- zullen vermengen
- zullen vermengen
o.v.t.t.
- zou vermengen
- zou vermengen
- zou vermengen
- zouden vermengen
- zouden vermengen
- zouden vermengen
diversen
- vermeng!
- vermengt!
- vermengd
- vermengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze