Dutch
Detailed Synonyms for nakijken in Dutch
nakijken:
-
nakijken
-
nakijken
-
nakijken
– kijken of het klopt 1
Conjugations for nakijken:
o.t.t.
- kijk na
- kijkt na
- kijkt na
- kijken na
- kijken na
- kijken na
o.v.t.
- keek na
- keek na
- keek na
- keken na
- keken na
- keken na
v.t.t.
- heb nagekeken
- hebt nagekeken
- heeft nagekeken
- hebben nagekeken
- hebben nagekeken
- hebben nagekeken
v.v.t.
- had nagekeken
- had nagekeken
- had nagekeken
- hadden nagekeken
- hadden nagekeken
- hadden nagekeken
o.t.t.t.
- zal nakijken
- zult nakijken
- zal nakijken
- zullen nakijken
- zullen nakijken
- zullen nakijken
o.v.t.t.
- zou nakijken
- zou nakijken
- zou nakijken
- zouden nakijken
- zouden nakijken
- zouden nakijken
diversen
- kijk na!
- kijkt na!
- nagekeken
- nakijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze