Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. zakelijkheid:
  2. zakelijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zakelijkheid from Dutch to French

zakelijkheid:

zakelijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de zakelijkheid

Translation Matrix for zakelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
esprit réaliste zakelijkheid nuchterheid
sens pratique zakelijkheid

Related Words for "zakelijkheid":


zakelijkheid form of zakelijk:


Translation Matrix for zakelijk:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
avec réserve koel; nuchter; zakelijk ingetrokken
impersonel koel; nuchter; zakelijk
rationnel koel; nuchter; zakelijk beredeneerd; koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen; rationeel; redelijk; verstandelijk
rationnellement koel; nuchter; zakelijk koel; koud; logisch; onaangedaan; onberoerd; onbewogen; volgens de logica
réservé koel; nuchter; zakelijk afstandelijk; bescheiden; besproken; discreet; discrete; geheimzinnig; gematigd; gereserveerd; gesloten; getemperd; ingetogen; ingetrokken; kies; koel; koud; onbuigzaam; onverzettelijk; opzijgezet; stemmig; stijfkoppig; stil; stug; taai; taciturn; terughoudend; terughoudende; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam

Related Words for "zakelijk":

  • zakelijkheid, zakelijker, zakelijkere, zakelijkst, zakelijkste, zakelijke

Wiktionary Translations for zakelijk:

zakelijk
Cross Translation:
FromToVia
zakelijk pertinent; pertinente sachbezogen — an der Sache orientiert; unter Zurückstellung persönlicher/emotionaler Faktoren
zakelijk adéquat sachgerechtsachlich richtig

External Machine Translations: