Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verpersoonlijken:


Dutch

Detailed Translations for verpersoonlijken from Dutch to French

verpersoonlijken:

verpersoonlijken verb (verpersoonlijk, verpersoonlijkt, verpersoonlijkte, verpersoonlijkten, verpersoonlijkt)

  1. verpersoonlijken (belichamen)
    incarner; personnifier; matérialiser
    • incarner verb (incarne, incarnes, incarnons, incarnez, )
    • personnifier verb (personnifie, personnifies, personnifions, personnifiez, )
    • matérialiser verb (matérialise, matérialises, matérialisons, matérialisez, )
  2. verpersoonlijken (personificeren; personifiëren)
    personnifier
    • personnifier verb (personnifie, personnifies, personnifions, personnifiez, )

Conjugations for verpersoonlijken:

o.t.t.
  1. verpersoonlijk
  2. verpersoonlijkt
  3. verpersoonlijkt
  4. verpersoonlijken
  5. verpersoonlijken
  6. verpersoonlijken
o.v.t.
  1. verpersoonlijkte
  2. verpersoonlijkte
  3. verpersoonlijkte
  4. verpersoonlijkten
  5. verpersoonlijkten
  6. verpersoonlijkten
v.t.t.
  1. heb verpersoonlijkt
  2. hebt verpersoonlijkt
  3. heeft verpersoonlijkt
  4. hebben verpersoonlijkt
  5. hebben verpersoonlijkt
  6. hebben verpersoonlijkt
v.v.t.
  1. had verpersoonlijkt
  2. had verpersoonlijkt
  3. had verpersoonlijkt
  4. hadden verpersoonlijkt
  5. hadden verpersoonlijkt
  6. hadden verpersoonlijkt
o.t.t.t.
  1. zal verpersoonlijken
  2. zult verpersoonlijken
  3. zal verpersoonlijken
  4. zullen verpersoonlijken
  5. zullen verpersoonlijken
  6. zullen verpersoonlijken
o.v.t.t.
  1. zou verpersoonlijken
  2. zou verpersoonlijken
  3. zou verpersoonlijken
  4. zouden verpersoonlijken
  5. zouden verpersoonlijken
  6. zouden verpersoonlijken
diversen
  1. verpersoonlijk!
  2. verpersoonlijkt!
  3. verpersoonlijkt
  4. verpersoonlijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verpersoonlijken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
incarner belichamen; verpersoonlijken in een ander lichaam terugkeren; incarneren
matérialiser belichamen; verpersoonlijken in een ander lichaam terugkeren; incarneren
personnifier belichamen; personificeren; personifiëren; verpersoonlijken in een ander lichaam terugkeren; incarneren; uitbeelden; verbeelden; verpersonificeren; vertolken