Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. oorzaken:
  2. oorzaak:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oorzaken from Dutch to French

oorzaken:

oorzaken [de ~] noun, plural

  1. de oorzaken (redenen; aanleidingen)
    la raisons; la causes; la bases; le motifs

Translation Matrix for oorzaken:

NounRelated TranslationsOther Translations
bases aanleidingen; oorzaken; redenen bases; ondergronden; redenen; uitgangspunten; vertrekpunten
causes aanleidingen; oorzaken; redenen
motifs aanleidingen; oorzaken; redenen beweegredenen; dessins; drijfveren; motieven; patronen; raderbladen; stimulansen
raisons aanleidingen; oorzaken; redenen bases; beweegredenen; drijfveren; redenen; stimulansen; uitgangspunten; vertrekpunten

Related Words for "oorzaken":


oorzaken form of oorzaak:

oorzaak [de ~] noun

  1. de oorzaak
    la cause; la raison

Translation Matrix for oorzaak:

NounRelated TranslationsOther Translations
cause oorzaak aanleiding; reden; veroorzaking
raison oorzaak aanleiding; billijkheid; brein; denkvermogen; directe oorzaak; geest; geestvermogen; geestverschijning; gelijk; gemoedstoestand; hersens; intellect; rede; redelijkheid; reden; schappelijkheid; schim; spook; spookverschijning; stemming; vernuft; verschijning; verstand; verstandelijk vermogen; wijsheid

Related Words for "oorzaak":


Antonyms for "oorzaak":


Related Definitions for "oorzaak":

  1. waardoor het komt1
    • de oorzaak van de ramp was een losse motor1

Wiktionary Translations for oorzaak:

oorzaak
noun
  1. Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère.

Cross Translation:
FromToVia
oorzaak cause; raison cause — source or reason of an event or action
oorzaak cause; raison reason — translations to be checked: basic meaning "cause"
oorzaak cause Ursache — vorhergehender Sachverhalt, der einen momentanen Sachverhalt wesentlich bestimmt hat