Noun | Related Translations | Other Translations |
calomnie
|
laster; oneer; schande; smaad
|
achterklap; belasteren; geklap; geklep; geklets; geroddel; hekelschrift; klap; klets; kwaadspreken; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; lastertaal; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; schandschrift; schotschrift; smaad; smaadschrift; vuilspuiterij; zwartmaken
|
diffamation
|
laster; oneer; schande; smaad
|
aanfluiting; achterklap; belasteren; belastering; bespotting; eerroof; geroddel; gespot; hoon; ironie; kwaadspreken; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; lastertaal; ontering; roddel; roddelpraat; sarcasme; smaad; spot; spotternij; verlaging; zwartmaken
|
déshonneur
|
laster; oneer; schande; smaad
|
afgang; blamage; ontering; scandaleuze daad; schandaaltje; schanddaad; schandelijke daad; teschandemaking; verlaging
|
infamie
|
laster; oneer; schande; smaad
|
achterklap; doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; laster; listigheid; scandaleuze daad; schandaal; schandaaltje; schandaleuze daad; schanddaad; schandelijke daad; sluwheid; smaad; snoodheid
|
insulte
|
laster; oneer; schande; smaad
|
aanfluiting; belediging; beschimping; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; schamp; scheldwoord; smaad; spot; spotternij
|
libellé
|
laster; oneer; schande; smaad
|
band; hekelschrift; schandschrift; schotschrift; smaadschrift
|
outrage
|
laster; oneer; schande; smaad
|
bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; spot; spotternij
|