Summary
Dutch
Detailed Translations for gevel from Dutch to French
gevel:
Translation Matrix for gevel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
devant | gevel; pui; voorgevel; voorzijde | frontaanzicht |
devanture | façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant; voorzijde | dekmantel; etalage; etalageruit; façade; masker; schijn; uitstalkast; uitstalraam; voorkomen; winkelpui; winkelraam; winkelruit |
façade | façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant; voormuur; voorzijde | aangezicht; dekmantel; façade; front; gevelwand; masker; schijn; uiterlijke schijn; vooreind; vooreinde; voorkant; voorkomen; voorste gedeelte; voorzijde |
front | gevel; pui; voorgevel; voorzijde | aangezicht; front; front van slecht weer; frontaanzicht; gevelbreedte; vooreind; vooreinde; voorhoofd; voorkant; voorste gedeelte; voorzijde |
pignon | façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant | dakgevel; dekmantel; façade; kamwiel; kettingrad; kettingwiel; kroonrad; masker; schijn; topgevel; voorkomen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
devant | daarvoor; ervoor; leidend; voor; vooraan; voorin; voorop |
Related Words for "gevel":
Wiktionary Translations for gevel:
gevel
Cross Translation:
noun
gevel
-
buitenmuur van een gebouw
- gevel → façade
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gevel | → façade | ↔ façade — face of a building |