Dutch
Detailed Translations for detineren from Dutch to French
detineren:
-
detineren (vasthouden; gevangenhouden; in hechtenis houden)
détenir; emprisonner-
détenir verb (détiens, détient, détenons, détenez, détiennent, détenais, détenait, détenions, déteniez, détenaient, détins, détint, détînmes, détîntes, détinrent, détiendrai, détiendras, détiendra, détiendrons, détiendrez, détiendront)
-
emprisonner verb (emprisonne, emprisonnes, emprisonnons, emprisonnez, emprisonnent, emprisonnais, emprisonnait, emprisonnions, emprisonniez, emprisonnaient, emprisonnai, emprisonnas, emprisonna, emprisonnâmes, emprisonnâtes, emprisonnèrent, emprisonnerai, emprisonneras, emprisonnera, emprisonnerons, emprisonnerez, emprisonneront)
-
Conjugations for detineren:
o.t.t.
- detineer
- detineert
- detineert
- detineren
- detineren
- detineren
o.v.t.
- detineerde
- detineerde
- detineerde
- detineerden
- detineerden
- detineerden
v.t.t.
- heb gedetineerd
- hebt gedetineerd
- heeft gedetineerd
- hebben gedetineerd
- hebben gedetineerd
- hebben gedetineerd
v.v.t.
- had gedetineerd
- had gedetineerd
- had gedetineerd
- hadden gedetineerd
- hadden gedetineerd
- hadden gedetineerd
o.t.t.t.
- zal detineren
- zult detineren
- zal detineren
- zullen detineren
- zullen detineren
- zullen detineren
o.v.t.t.
- zou detineren
- zou detineren
- zou detineren
- zouden detineren
- zouden detineren
- zouden detineren
en verder
- ben gedetineerd
- bent gedetineerd
- is gedetineerd
- zijn gedetineerd
- zijn gedetineerd
- zijn gedetineerd
diversen
- detineer!
- detineert!
- gedetineerd
- detinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for detineren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
détenir | detineren; gevangenhouden; in hechtenis houden; vasthouden | achterhouden; bemantelen; gevangen houden; gevangen zetten; in de cel zetten; interneren; isoleren; opsluiten; vastzetten; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen |
emprisonner | detineren; gevangenhouden; in hechtenis houden; vasthouden | gevangen zetten; in de cel zetten; interneren; isoleren; opsluiten; vastzetten |
External Machine Translations: