Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. arbeidsvermogen:


Dutch

Detailed Translations for arbeidsvermogen from Dutch to French

arbeidsvermogen:

arbeidsvermogen [het ~] noun

  1. het arbeidsvermogen (arbeidskracht; werkvermogen; werkzaamheid; werkkracht)
    la capacité de travail; la vitalité; le zèle; l'énergie; la productivité

Translation Matrix for arbeidsvermogen:

NounRelated TranslationsOther Translations
capacité de travail arbeidskracht; arbeidsvermogen; werkkracht; werkvermogen; werkzaamheid
productivité arbeidskracht; arbeidsvermogen; werkkracht; werkvermogen; werkzaamheid arbeidsprestatie; hoogte van produktie; nut; oogst; opbrengst; product; productiviteit; rendement; uitkomst; voortbrengsel; waarde; werkprestatie
vitalité arbeidskracht; arbeidsvermogen; werkkracht; werkvermogen; werkzaamheid aandrift; daadkracht; doortastendheid; energie; esprit; fut; groeikracht; kracht; levenskracht; levensvatbaarheid; momentum; puf; vitaliteit; werklust
zèle arbeidskracht; arbeidsvermogen; werkkracht; werkvermogen; werkzaamheid aandrang; ambitie; bezetenheid; drang; drift; eerzucht; hartstocht; ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; obsessie; passie; vlijt; vlijtigheid; vuur; werklust; werkzaamheid
énergie arbeidskracht; arbeidsvermogen; werkkracht; werkvermogen; werkzaamheid aandrift; animo; belangstelling; daadkracht; daadkrachtigheid; doortastendheid; dynamiek; electrische stroom; energie; esprit; fascinatie; felheid; fiksheid; fut; geboeidheid; incasseringsvermogen; interesse; kracht; krachtdadigheid; kranigheid; manhaftigheid; momentum; pittigheid; puf; sterkte; stroom; veerkracht; weerstand; weerstandsvermogen; werklust; zin
ModifierRelated TranslationsOther Translations
zèle toegewijd