Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. air:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for air from Dutch to French

air:

air [het ~] noun

  1. het air
    l'airs; l'apparence; l'allure

Translation Matrix for air:

NounRelated TranslationsOther Translations
airs air
allure air aangezicht; aanzien; allure; buitenkant; draf; gang van een paard; gedaante; gelaat; gezwindheid; in volle vaart; kwiekheid; rapheid; rapiditeit; rijsnelheid; schielijkheid; snelheid; tempo; tred; type; uiterlijk; vaart; verschijning; vertoon; vlotheid; vlugheid; voorkomen; vorm
apparence air aangezicht; aanzien; allure; buitenkant; dekmantel; exterieur; façade; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; illusie; masker; schijn; schijngestalte; type; uiterlijk; uiterlijke schijn; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; weergave

Related Words for "air":

  • airs, airtje, airtjes

Wiktionary Translations for air: