Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. natuurgetrouw:


Dutch

Detailed Translations for natuurgetrouw from Dutch to Spanish

natuurgetrouw:

natuurgetrouw adj

  1. natuurgetrouw (realistisch)

Translation Matrix for natuurgetrouw:

NounRelated TranslationsOther Translations
fiel godsdienstige; godvruchtige; vrome
realista koningsgezinde; realist; royalist
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fiel natuurgetrouw; realistisch braaf; eerlijk; expressief; fideel; getrouw; getrouwe; loyaal; loyale; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; sprekend; trouw; trouwe; trouwhartig; vol uitdrukking; waarheidsgetrouw
realista natuurgetrouw; realistisch koel; koningsgezind; levensecht; nuchter; reëel; royalistisch; zakelijk

Related Words for "natuurgetrouw":

  • natuurgetrouwheid, natuurgetrouwer, natuurgetrouwere, natuurgetrouwe