Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. zaal:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zaal from Dutch to English

zaal:

zaal [de ~] noun

  1. de zaal (grote kamer)
    the hall; the room; the chamber

Translation Matrix for zaal:

NounRelated TranslationsOther Translations
chamber grote kamer; zaal kamer; ruimte in een gebouw; vertrek; vertrekken
hall grote kamer; zaal entree; entreehal; hal; narthex; portaal; ridderzaal; vestibule; vishal; voorhal; voorhuis; voorportaal; voorvertrek
room grote kamer; zaal aparte vergaderruimte; hotelkamer; kamer; ruimte; ruimte in een gebouw; vertrek; vertrekken

Related Words for "zaal":

  • zaaltje, zaaltjes

Related Definitions for "zaal":

  1. grote ruimte in een gebouw1
    • in een van de zalen werd gedanst1

Wiktionary Translations for zaal:

zaal
noun
  1. een grote ruimte
zaal
noun
  1. principal room of a secular medieval building
  2. meeting room
  3. division in a building
  4. the viewing area of a movie

Cross Translation:
FromToVia
zaal hall; concourse; lobby hall — Grande salle.
zaal saddle selle — Siège que l’on place sur le dos du cheval