Summary
Dutch
Detailed Translations for water geven from Dutch to English
water geven:
-
water geven (begieten; besproeien)
Translation Matrix for water geven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
water | water | |
wet | chagrijn; schlemiel; slemiel; slungel; spelbreker; sukkel; watje | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
sprinkle | begieten; besproeien; water geven | besprenkelen; gieten; rondstrooien; schenken; sprenkelen; uitstorten; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien |
water | begieten; besproeien; water geven | besproeien; bespuiten; bevloeien; bevochtigen; drenken; huilen; irrigeren; sproeien; te drinken geven; tranen; tranen afscheiden |
wet | begieten; besproeien; water geven | afbetten; besproeien; bespuiten; betten; bevochtigen; deppen; nat maken; sproeien |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
wet | humide; met neerslag; nat; regenachtig; vochtig |
Wiktionary Translations for water geven:
water geven
Cross Translation:
verb
-
to provide (animals) with water
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• water geven | → drench; flood; overwhelm; swamp; dampen; irrigate; water | ↔ abreuver — faire boire (un animal, particulièrement un cheval). |
• water geven | → irrigate; water; wet | ↔ mouiller — Traductions à trier suivant le sens. |