Dutch
Detailed Translations for opvatten from Dutch to English
opvatten:
-
opvatten (begrijpen)
Conjugations for opvatten:
o.t.t.
- vat op
- vat op
- vat op
- vatten op
- vatten op
- vatten op
o.v.t.
- vatte op
- vatte op
- vatte op
- vatten op
- vatten op
- vatten op
v.t.t.
- heb opgevat
- hebt opgevat
- heeft opgevat
- hebben opgevat
- hebben opgevat
- hebben opgevat
v.v.t.
- had opgevat
- had opgevat
- had opgevat
- hadden opgevat
- hadden opgevat
- hadden opgevat
o.t.t.t.
- zal opvatten
- zult opvatten
- zal opvatten
- zullen opvatten
- zullen opvatten
- zullen opvatten
o.v.t.t.
- zou opvatten
- zou opvatten
- zou opvatten
- zouden opvatten
- zouden opvatten
- zouden opvatten
en verder
- is opgevat
- zijn opgevat
diversen
- vat op!
- vat op!
- opgevat
- opvattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opvatten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
interpret | begrijpen; opvatten | interpreteren; overbrengen; tolken; translateren; uitbeelden; verbeelden; verpersonificeren; vertalen; vertolken |
take up | begrijpen; opvatten | absorberen; incorporeren; inlijven; naar boven brengen; naar boven leiden; naar boven voeren; opnemen; opnemen in groter geheel; opslorpen; opslurpen |
understand | begrijpen; opvatten | begrijpen; doorzien hebben; inzien; leerstof beheersen; met het verstand vatten; onder de knie hebben; snappen; verstaan |
External Machine Translations: