Noun | Related Translations | Other Translations |
bold
|
|
branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij
|
firm
|
|
bedrijf; coöperatie; firma; handelsbedrijf; handelsfirma; handelshuis; maatschap; maatschappij; onderneming; vennootschap; zaak
|
tough
|
|
woesteling
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
bold
|
beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig
|
brutaal; dapper; heldhaftig; heroïsch; hondsbrutaal; kloek; koen; kranig; manhaftig; manmoedig; moedig; niet beschroomd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel; vet; vrijmoedig; vrijpostig
|
brisk
|
beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig
|
alert; blij; blijmoedig; dartel; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; oplettend; rap; snel; tierig; uitgeslapen; vlot; vlug; vrolijk; wakker
|
courageous
|
beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; manhaftig; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
drastic
|
doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk
|
radicaal; radikaal; volkomen
|
effective
|
doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig; met een krachtige uitwerking
|
adequaat; afdoend; beslissend; de moeite waard; effectief; gepast; geschikt; juist; lonend; overtuigend; passend
|
efficient
|
doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig
|
adequaat; bekwaam; capabel; competent; de moeite waard; deskundig; gepast; geschikt; juist; lonend; oordeelkundig; passend; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
|
emphatic
|
krachtig; nadrukkelijk
|
klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; nadrukkelijke; uitdrukkelijk
|
energetic
|
doortastend; drastisch; energiek; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk; vol energie
|
actief; beweeglijk; daadkrachtig; dynamisch; energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut; voortvarend
|
fierce
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
bitter teleurgesteld; boos; dol; fel; felle; furieus; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hels; hevig; intens; intensief; kokend; kwaad; laaiend; nijdig; onbeheerst; onstuimig; razend; stormachtig; temperamentvol; tierend; verbitterd; verwoed; vurig; warmbloedig; woedend; woest; ziedend
|
forceful
|
doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk
|
flink; stoer
|
intense
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
acuut; fel; gepassioneerd; gevoelig; gevoelvol; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; intens; intensief; sentimenteel; stormachtig; temperamentvol; verwoed; vurig; warmbloedig
|
pointed
|
krachtig; nadrukkelijk
|
messcherp; puntig; scherp; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst
|
potent
|
doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; met een krachtige uitwerking; sterk
|
|
resolute
|
beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig
|
beslist; besluitvaardig; ferm; gedecideerd; kordaat; resoluut; standvastig; vastberaden; vastbesloten
|
robust
|
doortastend; drastisch; ferm; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; sterk; stevig
|
behoorlijk; danig; duchtig; fors; massief; niet hol; stevig
|
severe
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
ernstig; gestreng; niet toegevend; pittig; serieus; straf; streng; vol ernst; werkelijk menend
|
stout
|
doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk
|
corpulent; degelijk; dik; ferm; fiks; flink; fors; gezet; lijvig; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; vetlijvig; zwaarlijvig
|
strapping
|
ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig
|
|
strong
|
doortastend; drastisch; erg; fel; ferm; flink; fysiek sterk; heftig; hevig; krachtdadig; krachtig; sterk; stevig
|
alcoholisch; ferm; fiks; flink; geestrijk; rijk aan alcohol; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd
|
tough
|
doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk
|
bezwaarlijk; bokkig; dwars; flink; koppig; lastig; met bezwaren; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; pezig; stijfhoofdig; stijfjes; stoer; weerbarstig; weerspannig; zenig; zwaar
|
vigorous
|
doortastend; drastisch; ferm; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; sterk; stevig
|
energiek; fier; flink; geanimeerd; glorieus; groots; levendig; levenskrachtig; prat; trots; vief; vitaal; vol fut
|
violent
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
aanrandend; agressief; fel; gewelddadig; hard; hardhandig; heftig; hevig; intens; intensief; onzacht; ruw; verwoed
|
Adverb | Related Translations | Other Translations |
energetically
|
doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
firm
|
beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig
|
degelijk; ferm; fiks; flink; hecht; kordaat; solide; standvastig; stevig; vastbesloten
|
full of energy
|
energiek; krachtig; vol energie
|
|
powerful
|
doortastend; drastisch; ferm; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; sterk; stevig
|
fantastisch; formidabel; geweldig; prachtig; veelvermogend
|