Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. er uitzien:
  2. eruit zien:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for eruitzien from Dutch to English

eruitzien:


Related Definitions for "eruitzien":

  1. een bepaald uiterlijk hebben1
    • wat zie je er mooi uit!1

Wiktionary Translations for eruitzien:

eruitzien
verb
  1. intr|nld het aanschijn hebben
    • eruitzienlook

er uitzien:

er uitzien verb

  1. er uitzien (ogen)
    to look; to appear; to look like
    • look verb (looks, looked, looking)
    • appear verb (appears, appeared, appearing)
    • look like verb (looks like, looked like, looking like)

Translation Matrix for er uitzien:

NounRelated TranslationsOther Translations
look aanblik; aangezicht; aanzicht; aanzien; blikken; buitenkant; expressie; gedaante; gelaat; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; kijkje; oogopslagen; type; uitdrukking; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
VerbRelated TranslationsOther Translations
appear er uitzien; ogen eruit zien; lijken; opdoemen; schijnen; tevoorschijn komen; toeschijnen; verrijzen
look er uitzien; ogen blikken; blikken werpen; eruit zien; kijken; lijken; schijnen; schouwen; toeschijnen; toeschouwen
look like er uitzien; ogen de schijn van iets hebben; eruit zien; gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken; lijken op; schijnen; toeschijnen

Wiktionary Translations for er uitzien:


Cross Translation:
FromToVia
er uitzien act; perform paraîtreexposer à la vue, se faire ou se laisser voir, se manifester.

eruit zien:

eruit zien verb (zie eruit, ziet eruit, zag eruit, zagen eruit, eruit gezien)

  1. eruit zien (lijken; schijnen; toeschijnen)
    to seem; to appear; to look like; to look
    • seem verb (seems, seemed, seeming)
    • appear verb (appears, appeared, appearing)
    • look like verb (looks like, looked like, looking like)
    • look verb (looks, looked, looking)

Conjugations for eruit zien:

o.t.t.
  1. zie eruit
  2. ziet eruit
  3. ziet eruit
  4. zien eruit
  5. zien eruit
  6. zien eruit
o.v.t.
  1. zag eruit
  2. zag eruit
  3. zag eruit
  4. zagen eruit
  5. zagen eruit
  6. zagen eruit
v.t.t.
  1. heb eruit gezien
  2. hebt eruit gezien
  3. heeft eruit gezien
  4. hebben eruit gezien
  5. hebben eruit gezien
  6. hebben eruit gezien
v.v.t.
  1. had eruit gezien
  2. had eruit gezien
  3. had eruit gezien
  4. hadden eruit gezien
  5. hadden eruit gezien
  6. hadden eruit gezien
o.t.t.t.
  1. zal eruit zien
  2. zult eruit zien
  3. zal eruit zien
  4. zullen eruit zien
  5. zullen eruit zien
  6. zullen eruit zien
o.v.t.t.
  1. zou eruit zien
  2. zou eruit zien
  3. zou eruit zien
  4. zouden eruit zien
  5. zouden eruit zien
  6. zouden eruit zien
diversen
  1. zie eruit!
  2. ziet eruit!
  3. eruit gezien
  4. eruit ziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for eruit zien:

NounRelated TranslationsOther Translations
look aanblik; aangezicht; aanzicht; aanzien; blikken; buitenkant; expressie; gedaante; gelaat; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; kijkje; oogopslagen; type; uitdrukking; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
VerbRelated TranslationsOther Translations
appear eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen er uitzien; ogen; opdoemen; tevoorschijn komen; verrijzen
look eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen blikken; blikken werpen; er uitzien; kijken; ogen; schouwen; toeschouwen
look like eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen de schijn van iets hebben; er uitzien; gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op; ogen; schijnen
seem eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen de schijn van iets hebben; gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op; schijnen

External Machine Translations: