Noun | Related Translations | Other Translations |
assets
|
bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
|
activa; baten; bezit; tegoed
|
bits & pieces
|
bezittingen; eigendommen
|
kleine stukjes
|
bits and pieces
|
bezittingen; eigendommen
|
kleine stukjes
|
commodities
|
bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
|
goederen; handelsgoederen; handelswaar; koopwaar; waar; waren
|
ownership
|
bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
|
aanspraak; eigendom; eigendom van goederen; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel
|
possesions
|
bezittingen; eigendommen
|
|
possession
|
bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
|
bezitting
|
property
|
bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
|
activa; baten; bezit; eigenschap; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; stigma; tegoed
|
stuff
|
bezittingen; eigendommen
|
artikelen; bik; dingen; goedje; gruis; haschisch; hasj; hasjiesj; hennep; kiev; koopwaar; macadam; materiaal; materie; metselspecie; mortel; puin; split; spul; spullen; steengruis; steenslag; stof; stuff; voorwerpen; waar; wiet; zaakjes; zaken
|
things
|
bezittingen; eigendommen
|
dingen; goed; goedje; kleren; spullen; waar; zaakjes; zaken
|
worldly goods
|
bezittingen; eigendommen
|
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
stuff
|
|
ineen duwen; opzetten; proppen; stouwen
|