Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. vormsel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vormsel from Dutch to German

vormsel:

vormsel [het ~] noun

  1. het vormsel
    die Firmung
  2. het vormsel (belijdenis)
    Bekenntnis; die Konfession

Translation Matrix for vormsel:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bekenntnis belijdenis; vormsel bekentenis; belijdenis; biecht; confessie; geloof; geloofsbekentenis; geloofsbelijdenis; geloofsovertuiging; gemoedsuiting; gezindheid; gezindte; ontboezeming
Firmung vormsel
Konfession belijdenis; vormsel confessie; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte

Wiktionary Translations for vormsel:

vormsel
noun
  1. een sacrament waardoor een gedoopte de kracht van de Heilige Geest ontvangt om zijn geloof standvastig te kunnen belijden

External Machine Translations: