Verb | Related Translations | Other Translations |
ansprechen
|
erop ingaan; ingaan op; reageren op
|
aanroepen; aanschieten; aanspreken; appelleren aan; appelleren aan het gevoel; bediscussiëren; bepraten; bespreken; beïnvloeden; doorpraten; doorspreken; iemand aanspreken; iemand adresseren; iemand toespreken; praaien; praten over; raken; spreken tot iemand; treffen
|
durchnehmen
|
erop ingaan; ingaan op; reageren op
|
bediscussiëren; bepraten; bespreken; doornemen; doorpraten; doorspreken; onderwerp behandelen; praten over; spreken over
|
erörtern
|
erop ingaan; ingaan op; reageren op
|
bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; nader verklaren; onderwerp behandelen; ontvouwen; praten over; spreken over; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken
|
reagieren auf
|
erop ingaan; ingaan op; reageren op
|
|