Dutch
Detailed Translations for opvragen from Dutch to German
opvragen:
-
opvragen (opvraging)
Conjugations for opvragen:
o.t.t.
- vraag op
- vraagt op
- vraagt op
- vragen op
- vragen op
- vragen op
o.v.t.
- vroeg op
- vroeg op
- vroeg op
- vroegen op
- vroegen op
- vroegen op
v.t.t.
- heb opgevraagd
- hebt opgevraagd
- heeft opgevraagd
- hebben opgevraagd
- hebben opgevraagd
- hebben opgevraagd
v.v.t.
- had opgevraagd
- had opgevraagd
- had opgevraagd
- hadden opgevraagd
- hadden opgevraagd
- hadden opgevraagd
o.t.t.t.
- zal opvragen
- zult opvragen
- zal opvragen
- zullen opvragen
- zullen opvragen
- zullen opvragen
o.v.t.t.
- zou opvragen
- zou opvragen
- zou opvragen
- zouden opvragen
- zouden opvragen
- zouden opvragen
en verder
- is opgevraagd
- zijn opgevraagd
diversen
- vraag op!
- vraagt op!
- opgevraagd
- opvragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze