Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. onbruikbaarheid:
  2. onbruikbaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onbruikbaarheid from Dutch to German

onbruikbaarheid:

onbruikbaarheid [de ~ (v)] noun

  1. de onbruikbaarheid
    die Nutzlosigkeit; die Unbrauchbarkeit

Translation Matrix for onbruikbaarheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Nutzlosigkeit onbruikbaarheid nutteloosheid
Unbrauchbarkeit onbruikbaarheid nutteloosheid

Related Words for "onbruikbaarheid":


onbruikbaarheid form of onbruikbaar:

onbruikbaar adj

  1. onbruikbaar

Translation Matrix for onbruikbaar:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
unbrauchbar onbruikbaar

Related Words for "onbruikbaar":


Wiktionary Translations for onbruikbaar:


Cross Translation:
FromToVia
onbruikbaar nutzlos; unnützlich useless — without use or possibility to be used