Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. lolbroek:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lolbroek from Dutch to German

lolbroek:

lolbroek [de ~] noun

  1. de lolbroek (grapjas)
    der Spaßmacher; der Witzbold
  2. de lolbroek (grappenmaker; komiek)
    der Spaßvogel; der Witzbold; der Schalk

Translation Matrix for lolbroek:

NounRelated TranslationsOther Translations
Schalk grappenmaker; komiek; lolbroek achterlijke; boef; deugniet; dommerik; dwaas; fielt; gek; grappenmaker; guit; idioot; komiek; mallerd; malloot; mispunt; naarling; olijkerd; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; paljas; pias; picaro; potsenmaker; rakker; rotzak; schalk; schavuit; schelm; schobbejak; schoft; schurk; simpele ziel; smeerlap; smiecht; snaak; snaken; spitsboef; stinkerd; uilenspiegel; zot; zottin
Spaßmacher grapjas; lolbroek
Spaßvogel grappenmaker; komiek; lolbroek aansteller; achterlijke; dommerik; dwaas; gek; grappenmaker; guit; idioot; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler; komiek; mallerd; malloot; olijkerd; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; paljas; pias; simpele ziel; snaak; snaken; uilenspiegel; zot; zottin
Witzbold grapjas; grappenmaker; komiek; lolbroek grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel

Related Words for "lolbroek":


Related Definitions for "lolbroek":

  1. wie graag grappig doet om leuk gevonden te worden1
    • de lolbroek had vrouwenkleding aan1

Wiktionary Translations for lolbroek:

lolbroek