Summary
Dutch to German: more detail...
- fauteuil:
-
Wiktionary:
- fauteuil → Fauteuil, Sessel
- fauteuil → Lehnstuhl, Armsessel, Sessel, Polsterstuhl, Polstersessel, Fauteuil
Dutch
Detailed Translations for fauteuil from Dutch to German
fauteuil:
-
de fauteuil (luie stoel; makkelijke stoel)
Translation Matrix for fauteuil:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Sessel | fauteuil; luie stoel; makkelijke stoel | banken; crapaud; gestoelte; knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; stoel; stoelen; uitlopers; zetel; zetels; zitbanken; zitplaats |
Sitz | fauteuil; luie stoel; makkelijke stoel | crapaud; gestoelte; huis; pasvorm; residentie; stoel; thuis; verblijf; woning; woonhuis; zetel; zitplaats |
Wohnzimmersessel | fauteuil; luie stoel; makkelijke stoel | crapaud; gestoelte; stoel; zetel |
Related Words for "fauteuil":
Wiktionary Translations for fauteuil:
External Machine Translations: