Dutch

Detailed Translations for drukkend from Dutch to German

drukkend:

drukkend adj

  1. drukkend (bedompt; benauwd; muf)

Translation Matrix for drukkend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
bedrängt bedompt; benauwd; drukkend; muf beklemd; beklemmend; bekneld; benard; benauwd; benauwend; ernstig; geklemd; hachelijk; klemgereden; klemgezet; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend
beklemmt bedompt; benauwd; drukkend; muf beklemd; beklemmend; benauwend; geklemd
dumpf bedompt; benauwd; drukkend; muf afgedempt; banaal; beslagen; doezelig; dof; duf; gedempt; glansloos; grauwkleurig; grijs; grof; laag-bij-de-grond; lomp; mat; niet helder; onduidelijk; plat; platvloers; schunnig; soezerig; suf; triviaal; vaag; vunzig

Related Words for "drukkend":

  • drukkendst, drukkendste

Wiktionary Translations for drukkend:

drukkend
adjective
  1. benauwd
drukkend
adjective
  1. das Wetter und die Luft betreffend: unangenehm heiß und feucht

Cross Translation:
FromToVia
drukkend schwer lourd — Dont le poids est élevé (sens général)
drukkend erstickend; schwül; Stick-; stickig étouffant — Qui faire que l’on étouffer.

drukken:

drukken verb (druk, drukt, drukte, drukten, gedrukt)

  1. drukken (knellen)
    drücken; quetschen; knellen
    • drücken verb (drücke, drückst, drückt, drückte, drücktet, gedrückt)
    • quetschen verb (quetsche, quetschst, quetscht, quetschte, quetschtet, gequetscht)
    • knellen verb

Conjugations for drukken:

o.t.t.
  1. druk
  2. drukt
  3. drukt
  4. drukken
  5. drukken
  6. drukken
o.v.t.
  1. drukte
  2. drukte
  3. drukte
  4. drukten
  5. drukten
  6. drukten
v.t.t.
  1. heb gedrukt
  2. hebt gedrukt
  3. heeft gedrukt
  4. hebben gedrukt
  5. hebben gedrukt
  6. hebben gedrukt
v.v.t.
  1. had gedrukt
  2. had gedrukt
  3. had gedrukt
  4. hadden gedrukt
  5. hadden gedrukt
  6. hadden gedrukt
o.t.t.t.
  1. zal drukken
  2. zult drukken
  3. zal drukken
  4. zullen drukken
  5. zullen drukken
  6. zullen drukken
o.v.t.t.
  1. zou drukken
  2. zou drukken
  3. zou drukken
  4. zouden drukken
  5. zouden drukken
  6. zouden drukken
diversen
  1. druk!
  2. drukt!
  3. gedrukt
  4. drukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

drukken [het ~] noun

  1. het drukken (afdrukken)
    der Druck; die Auflage

Translation Matrix for drukken:

NounRelated TranslationsOther Translations
Auflage afdrukken; drukken band; boekdeel; boordsel; bordgarneersel; deel; druk; galon; geluidsniveau; omzoming; oplage; oplegsel; passement; uitgave; volume
Druck afdrukken; drukken band; behoeftigheid; bloeddruk; boekdeel; deel; druk; drukking; dwang; nood; noodwendigheid; oplage; pressie; tensie; uitgave; volume
VerbRelated TranslationsOther Translations
drücken drukken; knellen duwen; knellen; met iemand worstelen; persen; strak zitten; voortduwen; worstelen; zich wringen
knellen drukken; knellen
quetschen drukken; knellen butsen; een deuk maken in; indeuken; kaatsen; kneuzen; krenken; kwetsen; leegknijpen; persen; uitpersen
- poepen

Related Words for "drukken":


Synonyms for "drukken":

  • poepen

Related Definitions for "drukken":

  1. er (met kracht) op duwen1
    • Milo drukt op de knop1
  2. er een of meer exemplaren van maken1
    • het boek wordt gedrukt1
  3. niet doen wat je moet doen1
    • hij drukt zich altijd bij vervelende karweitjes1
  4. onverteerd voedsel door je anus naar buiten laten komen1
    • hij zat net te drukken toen de telefoon ging1

Wiktionary Translations for drukken:

drukken
verb
  1. kracht uitoefenen op
drukken
Cross Translation:
FromToVia
drukken drücken press — to apply pressure
drukken drucken print — to copy something on a surface, especially by machine
drukken drücken; quetschen; pressen squeeze — to apply pressure to from two or more sides at once
drukken quetschen; zwängen squeeze — to fit into a tight place
drukken drucken; bedrucken; veröffentlichen; prägen imprimerfaire ou laisser une empreinte sur quelque chose, y marquer des traits, une figure.
drukken drängen; pressen; pressieren; beklemmen; drücken; bedrücken; zwängen; andringen; beharren auf; trotzen; beeilen; beschleunigen; fördern; befördern; schneller machen; akzelerieren presserexercer une pression, serrer plus ou moins fort.
drukken einschließen; spannen; klemmen; pressen; zwängen; zusammendrücken; kondensieren; komprimieren serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).

External Machine Translations:

Related Translations for drukkend