Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. dosissen:
  2. dosis:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dosissen from Dutch to German

dosissen:

dosissen [de ~] noun, plural

  1. de dosissen (doses)
    die Dosen

Translation Matrix for dosissen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Dosen doses; dosissen

Related Words for "dosissen":


dosis:

dosis [de ~ (v)] noun

  1. de dosis (portie)
    die Portion; die Abgabe; die Dose; die Gabe; die Dosis

Translation Matrix for dosis:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abgabe dosis; portie afgifte; belasting; overhandiging; overheidsbelasting
Dose dosis; portie blik; blikje; box; buitenkant; bus; conservenblik; doos; huls; metaal; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergblik; opbergdoos; opbergruimte; tin; trom; trommel; verpakking
Dosis dosis; portie
Gabe dosis; portie aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; donatie; gave; gift; knobbel; kundigheid; schenking; scherpzinnigheid; talent; vernuft
Portion dosis; portie aandeel; part; portie

Related Words for "dosis":


Wiktionary Translations for dosis:

dosis
noun
  1. hoeveelheid van een geneesmiddel

Cross Translation:
FromToVia
dosis Dose dosequantité et proportion déterminées des ingrédients qui entrent dans la composition d’un remède.