Summary
French to Dutch: more detail...
-
retirer:
- beheersen; bedwingen; beteugelen; matigen; bedaren; intomen; annuleren; afzeggen; nietig verklaren; afbestellen; intrekken; afgelasten; in bedwang houden; stelen; pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; jatten; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen; depriveren; te kort doen; beroven van; uithalen; leeghalen; leegmaken; ledigen; loshalen; herroepen; terugroepen; beschuldigen; iemand iets verwijten; blameren; kwalijk nemen; nadragen; voor de voeten gooien; iemand iets aanrekenen; laken; aanwrijven; terugkomen op; zijn woorden terugnemen
-
Wiktionary:
- retirer → terugnemen, terugtrekken, intrekken, terughebben, terugkrijgen, hernemen, herroepen, terughalen, ontlokken, tappen, te voorschijn trekken, uithalen
- retirer → op rente gaan, zich terugtrekken, intrekken, terugtrekken, met pensioen gaan, terugnemen, afhalen, pinnen, opnemen
French
Detailed Translations for retirer from French to Dutch
retirer:
retirer verb (retire, retires, retirons, retirez, retirent, retirais, retirait, retirions, retiriez, retiraient, retirai, retiras, retira, retirâmes, retirâtes, retirèrent, retirerai, retireras, retirera, retirerons, retirerez, retireront)
-
retirer (maîtriser; apaiser; modérer; dominer; se contenir; se modérer; contraindre; brider; refouler; dompter; baisser de ton; retenir; reprendre; calmer; réprimer)
-
retirer (annuler; suspendre; supprimer; révoquer; résilier; décommander; abandonner)
annuleren; afzeggen; nietig verklaren; afbestellen; intrekken; afgelasten-
nietig verklaren verb (verklaar nietig, verklaart nietig, verklaarde nietig, verklaarden nietig, nietig verklaard)
-
retirer (contraindre; contenir; retenir; dominer; réprimer; se modérer; refouler; se retenir; se maîtriser; se contenir)
bedwingen; in bedwang houden; beteugelen-
in bedwang houden verb (houd in bedwang, houdt in bedwang, hield in bedwang, hielden in bedwang, in bedwang gehouden)
-
retirer (voler; enlever; prendre; chiper; dérober; piquer; ôter; barboter; faucher; marauder; piller; rafler; subtiliser; choper; s'emparer)
stelen; pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; jatten; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen-
verdonkeremanen verb (verdonkeremaan, verdonkeremaant, verdonkeremaande, verdonkeremaanden, verdonkeremaand)
-
achteroverdrukken verb (druk achterover, drukt achterover, drukte achterover, drukten achterover, achterovergedrukt)
-
retirer (dérober; priver de; enlever; voler; ne pas suffire à; priver; prendre; subtiliser)
-
retirer (vider; enlever; sortir; évacuer)
-
retirer (enlever; relever; sortir)
-
retirer (révoquer; rétracter; rappeler; reprendre; abroger; désavouer; faire revenir)
-
retirer (en vouloir à quelqu'un; blâmer; avoir de la rancune; condamner; reprocher; enlever; éprouver du ressentiment; critiquer; prendre; gronder; compromettre; réprouver; discréditer; jeter quelque chose aux pieds de; avoir de la rancoeur; avoir à redire; réprimander; déshonorer; garder rancune)
-
retirer (révoquer; reprendre; rétracter)
Conjugations for retirer:
Présent
- retire
- retires
- retire
- retirons
- retirez
- retirent
imparfait
- retirais
- retirais
- retirait
- retirions
- retiriez
- retiraient
passé simple
- retirai
- retiras
- retira
- retirâmes
- retirâtes
- retirèrent
futur simple
- retirerai
- retireras
- retirera
- retirerons
- retirerez
- retireront
subjonctif présent
- que je retire
- que tu retires
- qu'il retire
- que nous retirions
- que vous retiriez
- qu'ils retirent
conditionnel présent
- retirerais
- retirerais
- retirerait
- retirerions
- retireriez
- retireraient
passé composé
- ai retiré
- as retiré
- a retiré
- avons retiré
- avez retiré
- ont retiré
divers
- retire!
- retirez!
- retirons!
- retiré
- retirant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Translation Matrix for retirer:
Synonyms for "retirer":
Wiktionary Translations for retirer:
retirer
Cross Translation:
verb
-
tirer à nouveau.
- retirer → terugnemen; terugtrekken; intrekken; terughebben; terugkrijgen; hernemen; herroepen; terughalen; ontlokken; tappen; te voorschijn trekken; uithalen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• retirer | → op rente gaan | ↔ call it a day — to retire |
• retirer | → zich terugtrekken | ↔ pull out — to use coitus interruptus as a method of birth control |
• retirer | → intrekken; terugtrekken | ↔ recant — to withdraw or repudiate formally and publicly |
• retirer | → met pensioen gaan | ↔ retire — To withdraw from a public station, from working, or from business |
• retirer | → terugtrekken | ↔ withdraw — pull back |
• retirer | → terugnemen | ↔ withdraw — take back |
• retirer | → intrekken | ↔ withdraw — remove, stop providing |
• retirer | → afhalen; pinnen; opnemen | ↔ withdraw — extract (money from an account) |