Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Hauptmahlzeit:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Hauptmahlzeit from German to Dutch

Hauptmahlzeit:

Hauptmahlzeit [die ~] noun

  1. die Hauptmahlzeit (Hauptgericht)
    het hoofdgerecht; de hoofdschotel; hoofdspijs
  2. die Hauptmahlzeit (Hauptgericht)
  3. die Hauptmahlzeit (Hauptgericht)
    de hoofdmaaltijd

Translation Matrix for Hauptmahlzeit:

NounRelated TranslationsOther Translations
hoofdgerecht Hauptgericht; Hauptmahlzeit
hoofdmaaltijd Hauptgericht; Hauptmahlzeit
hoofdschotel Hauptgericht; Hauptmahlzeit
hoofdspijs Hauptgericht; Hauptmahlzeit
warme maaltijd Hauptgericht; Hauptmahlzeit

Wiktionary Translations for Hauptmahlzeit:


Cross Translation:
FromToVia
Hauptmahlzeit avondmaaltijd; avondeten; eten; avondmaal dinner — main meal of the day