Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verwerken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verwerken from Dutch to Swedish

verwerken:

verwerken verb (verwerk, verwerkt, verwerkte, verwerkten, verwerkt)

  1. verwerken
    förarbeta
    • förarbeta verb (förarbetar, förarbetade, förarbetat)

Conjugations for verwerken:

o.t.t.
  1. verwerk
  2. verwerkt
  3. verwerkt
  4. verwerken
  5. verwerken
  6. verwerken
o.v.t.
  1. verwerkte
  2. verwerkte
  3. verwerkte
  4. verwerkten
  5. verwerkten
  6. verwerkten
v.t.t.
  1. heb verwerkt
  2. hebt verwerkt
  3. heeft verwerkt
  4. hebben verwerkt
  5. hebben verwerkt
  6. hebben verwerkt
v.v.t.
  1. had verwerkt
  2. had verwerkt
  3. had verwerkt
  4. hadden verwerkt
  5. hadden verwerkt
  6. hadden verwerkt
o.t.t.t.
  1. zal verwerken
  2. zult verwerken
  3. zal verwerken
  4. zullen verwerken
  5. zullen verwerken
  6. zullen verwerken
o.v.t.t.
  1. zou verwerken
  2. zou verwerken
  3. zou verwerken
  4. zouden verwerken
  5. zouden verwerken
  6. zouden verwerken
diversen
  1. verwerk!
  2. verwerkt!
  3. verwerkt
  4. verwerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwerken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
förarbeta verwerken

Wiktionary Translations for verwerken:


Cross Translation:
FromToVia
verwerken smälta digérer — Action d’élaborer la nourriture mangée

Related Translations for verwerken