Summary
Dutch
Detailed Translations for duren from Dutch to Swedish
duren:
-
duren (toestaan; laten; permitteren; toelaten; toestemmen; goedkeuren; gunnen; inwilligen; vergunnen; dulden; goedvinden)
Conjugations for duren:
o.t.t.
- duurt
o.v.t.
- duurde
v.t.t.
- heeft geduurd
v.v.t.
- had geduurd
o.t.t.t.
- zal duren
o.v.t.t.
- zou duren
diversen
- geduurd
- durend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for duren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
tillåta | dulden; duren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; inwilligen; laten; permitteren; toelaten; toestaan; toestemmen; vergunnen | akkoord gaan; goed vinden; gunnen; gunst verlenen; instemmen; laten; permitteren; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; vergunnen; verlenen; veroorloven |