Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. representeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for representeren from Dutch to French

representeren:

representeren verb (representeer, representeert, representeerde, representeerden, gerepresenteerd)

  1. representeren
    représenter
    • représenter verb (représente, représentes, représentons, représentez, )

Conjugations for representeren:

o.t.t.
  1. representeer
  2. representeert
  3. representeert
  4. representeren
  5. representeren
  6. representeren
o.v.t.
  1. representeerde
  2. representeerde
  3. representeerde
  4. representeerden
  5. representeerden
  6. representeerden
v.t.t.
  1. heb gerepresenteerd
  2. hebt gerepresenteerd
  3. heeft gerepresenteerd
  4. hebben gerepresenteerd
  5. hebben gerepresenteerd
  6. hebben gerepresenteerd
v.v.t.
  1. had gerepresenteerd
  2. had gerepresenteerd
  3. had gerepresenteerd
  4. hadden gerepresenteerd
  5. hadden gerepresenteerd
  6. hadden gerepresenteerd
o.t.t.t.
  1. zal representeren
  2. zult representeren
  3. zal representeren
  4. zullen representeren
  5. zullen representeren
  6. zullen representeren
o.v.t.t.
  1. zou representeren
  2. zou representeren
  3. zou representeren
  4. zouden representeren
  5. zouden representeren
  6. zouden representeren
en verder
  1. is gerepresenteerd
  2. zijn gerepresenteerd
diversen
  1. representeer!
  2. representeert!
  3. gerepresenteerd
  4. representerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for representeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
représenter representeren afbeelden; afschilderen; doen lijken; inleven; invoelen; meeleven; portretteren; schilderen; tekenen; uitbeelden; verbeelden; verpersonificeren; vertegenwoordigen; vertolken; voelen

Wiktionary Translations for representeren:

representeren
verb
  1. (overgankelijk) vertegenwoordigen

Cross Translation:
FromToVia
representeren représenter represent — to stand in the place of