Dutch
Detailed Translations for terugkrijgen from Dutch to French
terugkrijgen:
-
terugkrijgen (herkrijgen; weerkrijgen)
recouvrer; récupérer; regagner; rentrer en possession de; reconquérir-
recouvrer verb (recouvre, recouvres, recouvrons, recouvrez, recouvrent, recouvrais, recouvrait, recouvrions, recouvriez, recouvraient, recouvrai, recouvras, recouvra, recouvrâmes, recouvrâtes, recouvrèrent, recouvrerai, recouvreras, recouvrera, recouvrerons, recouvrerez, recouvreront)
-
récupérer verb (récupère, récupères, récupérons, récupérez, récupèrent, récupérais, récupérait, récupérions, récupériez, récupéraient, récupérai, récupéras, récupéra, récupérâmes, récupérâtes, récupérèrent, récupérerai, récupéreras, récupérera, récupérerons, récupérerez, récupéreront)
-
regagner verb (regagne, regagnes, regagnons, regagnez, regagnent, regagnais, regagnait, regagnions, regagniez, regagnaient, regagnai, regagnas, regagna, regagnâmes, regagnâtes, regagnèrent, regagnerai, regagneras, regagnera, regagnerons, regagnerez, regagneront)
-
reconquérir verb (reconquiers, reconquiert, reconquérons, reconquérez, reconquièrent, reconquérais, reconquérait, reconquérions, reconquériez, reconquéraient, reconquis, reconquit, reconquîmes, reconquîtes, reconquirent, reconquerrai, reconquerras, reconquerra, reconquerrons, reconquerrez, reconquerront)
-
Conjugations for terugkrijgen:
o.t.t.
- krijg terug
- krijgt terug
- krijgt terug
- krijgen terug
- krijgen terug
- krijgen terug
o.v.t.
- kreeg terug
- kreeg terug
- kreeg terug
- kregen terug
- kregen terug
- kregen terug
v.t.t.
- heb teruggekregen
- hebt teruggekregen
- heeft teruggekregen
- hebben teruggekregen
- hebben teruggekregen
- hebben teruggekregen
v.v.t.
- had teruggekregen
- had teruggekregen
- had teruggekregen
- hadden teruggekregen
- hadden teruggekregen
- hadden teruggekregen
o.t.t.t.
- zal terugkrijgen
- zult terugkrijgen
- zal terugkrijgen
- zullen terugkrijgen
- zullen terugkrijgen
- zullen terugkrijgen
o.v.t.t.
- zou terugkrijgen
- zou terugkrijgen
- zou terugkrijgen
- zouden terugkrijgen
- zouden terugkrijgen
- zouden terugkrijgen
en verder
- ben teruggekregen
- bent teruggekregen
- is teruggekregen
- zijn teruggekregen
- zijn teruggekregen
- zijn teruggekregen
diversen
- krijg terug!
- krijgt terug!
- teruggekregen
- terugkrijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for terugkrijgen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
reconquérir | herkrijgen; terugkrijgen; weerkrijgen | heroveren; hervinden; herwinnen; terugvinden; terugwinnen |
recouvrer | herkrijgen; terugkrijgen; weerkrijgen | eisen; inmanen; invorderen; vorderen |
regagner | herkrijgen; terugkrijgen; weerkrijgen | heroveren; herwinnen; terugwinnen |
rentrer en possession de | herkrijgen; terugkrijgen; weerkrijgen | |
récupérer | herkrijgen; terugkrijgen; weerkrijgen | bekomen; eisen; herstellen; hervinden; inhalen; inlopen; inmanen; invorderen; ophalen; terugvinden; vorderen; zich hervinden |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
récupérer | ophalen |
Wiktionary Translations for terugkrijgen:
terugkrijgen
verb
-
tirer à nouveau.